Groenblauw dak
Groenblauwe daken hebben veel voordelen: ze warmen minder op, dragen bij aan de stedelijke biodiversiteit, kunnen regenwater bergen, binden fijnstof en zien er aantrekkelijk uit.
De koelcapaciteit van uitgedroogde groene daken in de zomer is beperkt. Een uitgedroogd dak heeft geen verdamping en koelt de omgeving niet. Echter warmt een droog groen dak nog steeds minder op dan een zwart bitumendak of EPDM dak. Een groenblauw dak wordt maar rond de 30 graden warm en een zwart bitumendak of EPDM dak meer dan 70 graden op een hete zomerse dag.
Afhankelijk van hun waterbergingsmogelijkheden worden vier typen begroeide daken onderscheiden, namelijk begroeide daken zonder extra retentieruimte, statische groenblauwe retentiedaken en dynamisch gestuurde groenblauwe retentiedaken.
Bij het aanleggen van een groenblauw dak in bestaande en in nieuwbouw situaties, dient per geval onderzocht te worden of extra constructieve maatregelen nodig zijn. In Nederland zijn platte daken over het algemeen berekend op een belasting van 1 kN/m2 voor de grindlaag. Dit is alleen toereikend voor een lichtgewicht groenblauw dak zonder extra retentieruimte.
De opbouw van een groenblauw dak bestaat van boven naar beneden uit:
- vegetatielaag
- substraatlaag
- filterlaag
- drainagelaag
- beschermlaag
Afhankelijk van de keuze van de vegetatie, de gewenste hoeveelheid waterberging, het draagvermogen van het dak en het gebruik van het dak wordt de dikte van de verschillende lagen van het groenblauwe dak bepaald. Neem voor de juiste dimensionering contact op met een leverancier of een importeur van groenblauwe daken.
Begroeide daken zonder extra retentieruimte
Begroeide daken, ook wel sedum-, gras- of kruidendaken genoemd, worden vanwege het lage gewicht en de lage kosten vaak toegepast op bestaande bebouwing, maar ook op nieuwbouw. De keuze van de vegetatielaag is mede afhankelijk van de bezonning en de dikte van de substraatlaag.
Voor de substraatlaag kan gekozen worden uit verschillende soorten materialen, bijv. lavastenen of een organisch materiaal. Deze laag werkt als een spons en kan water tijdelijk vasthouden totdat het verzadigd is.
Onder de substraatlaag bevindt zich een filterlaag, vervolgens een drainagelaag, en tot slot een beschermlaag. Daaronder bevindt zich de dakhuid, isolatie en dakconstructie.
De drainagelaag vangt het overtollige water uit de substraatlaag op en voert het af richting dakgoot en regenpijp. Deze drainagelaag dient alleen voor de afvoer van het water en zorgt ervoor dat de wortels van de planten niet te nat blijven.
Een dak met sedumbeplanting heeft minder last van langdurige droogte dan een dak met andere beplanting zoals grassen en kruiden. Sedumbeplanting is alleen geschikt voor een zonnig dak en niet voor een groen dak in de schaduw; kies bij een groen dak in de schaduw voor grassen. Sedumbeplanting slaat veel water op in de dikke bladeren waardoor er geen bewateringssysteem nodig is. Na een lange droge periode herstelt het sedumdak zich over het algemeen vanzelf. Sedumdaken kunnen zich ontwikkelen tot een ecologische stabiele plantengemeenschap die zichzelf in stand houdt met een minimum aan onderhoud.
Een dak met overwegend grassen en kruiden en hoger opgaande beplanting droogt sneller uit; bij langere periodes van droogte kan dit tot uitval van planten leiden. Na regen herstellen de meeste planten zich weer.
Sedum-, gras- en kruidendaken moeten ongeveer twee keer per jaar nagelopen worden op zaailingen van bomen om te voorkomen dat deze wortel schieten en de dakhuid beschadigen.
Het sponswerkende effect van dit type dak is het grootst bij kleine tot gemiddelde regenbuien. Bij heftige en langdurige regenbuien wordt de eerste piek van de bui afgezwakt, maar de substraat- en drainagelaag zijn snel verzadigd. Met een begroeid dak van dit type kan maximaal ongeveer 30mm tijdelijk geborgen worden.
Statisch groenblauw retentiedak
Het statisch groenblauw retentiedak houdt door een geknepen afvoer (stuwingsregelaar) het regenwater vast in de drainagelaag, dus onder de substraatlaag. De hoogte van de drainagelaag is afhankelijk van de hoeveelheid water die geborgen moet worden. Omdat de substraatlaag gemiddeld genomen de helft van zijn volume in zijn poriën bergt, is de maximale hoeveelheid neerslag (in mm) die geborgen wordt grofweg gelijk aan de som van de hoogte van de drainagelaag en de helft van de hoogte van de substraatlaag (beide in mm).
De hoeveelheid water die blijft staan in de drainagelaag is afhankelijk van de hoogte en de afmeting van de perforaties in de geknepen afvoer. Het regenwater dat blijft staan wordt door de capillaire werking van voorzieningen in de drainagelaag en van de substraatlaag in de vegetatielaag opgenomen en een eventueel irrigatiesysteem voor beplanting is dus meestal niet nodig.
Na regenval kan het water vertraagd weglopen via de perforaties in de afvoer; de doorsnede van deze perforaties bepaalt de afvoersnelheid.
De afvoercoëfficient is de verhouding tussen de hoeveelheden afgevoerd water en neerslag in een bepaalde tijd en is van belang voor de belasting van het riool door het groenblauwe dak. Deze afvoercoëfficient is kleiner bij een statisch groenblauw retentiedak dan bij een groen dak zonder extra retentieruimte en zonder geknepen afvoer omdat het retentiedak de neerslagpieken opslaat.
Bij zware regenbuien zorgt een overstort ervoor dat het vastgehouden water in de drainagelaag onder de maximum hoogte blijft. Bij elkaar snel opvolgende buien is de waterretentie minder omdat het dak nog niet leeggelopen is.
Een voordeel van een groenblauw retentie dak (ten opzichte van een groen dak zonder extra retentieruimte) is verder dat er geen afschot van het dak gecreëerd behoeft te worden; dit bespaart geld bij nieuwbouw.
Dynamisch gestuurd groenblauw retentiedak
Bij een dynamisch gestuurd groenblauw retentiedak wordt ook het regenwater in de drainagelaag vastgehouden maar wordt het gestuurd afgevoerd in plaats van het door een vaste geknepen afvoer weg te laten lopen. De klep van de afvoer is aanvankelijk dicht en wordt aangestuurd door een systeem dat in contact staat met een weerserver. Als de weerserver een zware regenbui aangeeft zorgt het systeem ervoor dat de klep opengaat en het regenwater wegloopt (afgevoerd wordt). Op deze manier ontstaat er bergingsruimte in de drainagelaag en is het dak klaar voor de voorspelde regenbui.
Bij zeer zware regenbuien zorgt een overstort ervoor dat het vastgehouden water in de drainagelaag onder de maximum hoogte blijft. Bij elkaar snel opvolgende buien zorgt de gestuurde afvoer ervoor dat de waterretentie maximaal blijft door het water op tijd af te voeren.
De hoogte van de drainagelaag is afhankelijk van de hoeveelheid water die geborgen moet worden. Omdat de substraatlaag gemiddeld genomen de helft van zijn volume in zijn poriën bergt, is de maximale hoeveelheid neerslag (in mm) die geborgen wordt grofweg gelijk aan de som van de hoogte van de drainagelaag en de helft van de hoogte van de substraatlaag (beide in mm).
De afvoercoëfficient is de verhouding tussen de hoeveelheden afgevoerd water en neerslag in een bepaalde tijd en is van belang voor de belasting van het riool door het groenblauwe dak. In normale omstandigheden is deze klein omdat een groenblauw dak de eerste piek aan neerslag opslaat. Bij een dynamisch gestuurd groenblauw retentiedak is deze extra klein omdat het dak nog meer water van een bui op kan slaan omdat het besturingssysteem op de bui kan anticiperen door het nog opgeslagen water voor de bui af te voeren.
Het regenwater dat blijft staan wordt door capillaire werking van voorzieningen in de drainagelaag en van de substraatlaag in de vegetatielaag opgenomen en een eventueel irrigatiesysteem voor beplanting is dus niet nodig.
Het regenwater dat wordt afgevoerd kan eventueel worden opgeslagen in een buffervoorziening, bijvoorbeeld in de kelder. Als tijdens lange periodes van droogte de waterstand in de drainagelaag onder een minimum komt, kan dit water omhoog gepompt worden om de drainagelaag aan te vullen zodat de vegetatie niet uitdroogt.
Een voordeel van een groenblauw retentie dak ten opzichte van een groen dak zonder extra retentieruimte is dat er geen afschot van het dak gecreëerd behoeft te worden; dit bespaart geld bij nieuwbouw.