Vleermuizen
Ondanks bescherming hebben de vleermuizen het zwaar. Het teruglopen van de insectenstand, het ontbreken van goede rustplaatsen voor overdag en goede, ongestoorde overwinteringsmogelijkheden waarbij de temperatuur niet onder het vriespunt zakt, zijn hier de oorzaak van. Een groenblauw schoolplein kan vleermuizen helpen door een natuurlijke inrichting met gevarieerd groen. De meeste vleermuizen hebben een voorkeur voor het donker; vermijd dus lampen die de hele nacht fel branden.
De dwergvleermuis is de meest algemene vleermuissoort in onze omgeving. Ze verblijven gedurende het hele jaar in spleten en kieren in en om een gebouw, bijvoorbeeld onder daklijsten, in de spouw of onder dakpannen. Ze zijn meestal zeer trouw aan hun standplaats en overwinteringsplaats.
De vleermuizen houden een winterslaap waarbij ze hun stofwisseling terugdraaien en hun lichaamstemperatuur maar net boven het vriespunt blijft. Door de relatieve zachte winters is de winterslaapperiode flexibeler geworden; bij warm weer vliegen en jagen ze ook in de winter. Doordat de vleermuizen gewoonlijk in groepen rusten, zijn ze extra kwetsbaar; bij een calamiteit zoals een overstroming of een instorting kan een hele kolonie worden verwoest.
Goed geïsoleerde gebouwen bieden geen spleten meer. Daarom is het belangrijk om vleermuisvoorzieningen op te hangen.
Voedsel
Vleermuizen eten verschillende insecten. Het plein groenblauw inrichten met gevarieerde beplanting die ’s nachts geurt en verschillende soorten insecten aantrekt, is gunstig voor de vleermuizen.
In de buurt van water en oevers vinden vleermuizen muggen, motten, vliegen en een enkele kever om te eten. ‘s Avonds vliegen vleermuizen met veel bochten snel en wendbaar rond in de lucht.
Ze hebben groene corridors, zoals heggen of bomenrijen nodig om zich te oriënteren over grotere afstanden. Door middel van echolocatie, dit zijn ultrasone geluiden die weerkaatsen op een prooi, kunnen ze locatie en afstand inschatten.
Vleermuiskasten
Vleermuiskasten bieden de vleermuis overdag een schuilplaats en kunnen een overwinteringsplek zijn mits ze ingemetseld zijn. Vleermuizen houden van krap en warm. Ze hebben het liefst een nestkast van 40x30x8 cm. Hier kunnen ze zich lekker in vastklemmen. De opening hoeft maar 2 cm breed te zijn; anders kunnen vogels ook in de kast komen.